Home > Jouw collega's > Xavier legt de basis voor een echte Vlaamse klassieker

Xavier legt de basis voor een echte Vlaamse klassieker

Xavier legt de basis voor een echte Vlaamse klassieker

Stoofvlees met frietjes, dé Vlaamse klassieker bij uitstek. Sommigen zweren bij rundvlees, anderen gaan voor konijn terwijl sommigen kalkoen een must vinden. En qua vorm: blokjes of reepjes? Wij mengen ons niet in de discussie: Xavier Vanhulle van Dekeyzer-Ossaer versnijdt het gewoon allemaal, tot tien ton per week gaat er door ‘zijn’ stoofvleesmachine! En het mag best nog wat meer zijn. Xavier droomt ervan de magische kaap van vijftien ton per week te halen.

Ervaring in de vleessector had Xavier niet toen hij acht jaar geleden bij Dekeyzer- Ossaer aan de slag ging. Integendeel, van stoffige wegenwerken naar de cleane vleeshal, het kan tellen als carrièreswitch. “Die eerste dagen kreeg ik een grondige opleiding aan de stoofvleesmachine. Ik had het werk erg snel in de vingers en sindsdien is dat mijn vaste plek geworden. Ik kan moeilijk uitleggen waarom maar ik doe het ontzettend graag. Met mijn machine kan ik alle soorten vlees versnijden precies zoals de klant het wil: in reepjes of blokjes en in verschillende formaten. ’t Is een kwestie van de juiste messen en snit in te stellen. De bestellingen die ik dagelijks moet verwerken, verschijnen op een pc-scherm aan de zijkant van de machine. Zodra een order afgewerkt is, vink ik dat lijntje af en krijgt de volgende afdeling een melding op hun pc-scherm zodat zij het proces kunnen verderzetten.”

Gestroomlijnd proces

“Een deel van het versneden stoofvlees gaat rechtstreeks naar de verpakkingsafdeling waar het vacuüm of in atmos-bakjes tot 2,5 kg geportioneerd wordt. Bepaalde grote klanten, zoals ziekenhuizen of industrieklanten, vragen een levering in bulkverpakking per 10 kg. Die opdracht neem ik zelf voor mijn rekening. Wil de klant een verder afgewerkt gerecht, dan gaat het stoofvlees eerst naar het gaarlokaal en vervolgens naar het bereidingslokaal waar bijvoorbeeld de saus toegevoegd wordt.”

Hygiëne, een gezamenlijke verantwoordelijkheid

De vleeshal wordt bij Dekeyzer-Ossaer bevolkt door medewerkers met haarnetjes, arm-mouwtjes, witte handschoenen en blauwe daarboven, waar nodig een baardnetje. Ook het productieproces is aan strikte regels onderworpen. “Doorheen de dag is elk team verantwoordelijk voor de netheid van zijn werkmiddelen en lokaal. Voor mij betekent dat na elk afgewerkt order mijn stoofvleesmachine proper maken. Elke avond komt een interne, tienkoppige kuisploeg de hele productiehal en alle installaties industrieel reinigen en desinfecteren. Dekeyzer-Ossaer heeft daarnaast een eigen kwaliteitsafdeling die de wetgeving nauw opvolgt en vaak nieuwe initiatieven lanceert. Wanneer ze de richtlijnen aanpassen, krijgen alle medewerkers daar een opleiding over.”

Flexibele teams

Het volledige team van Dekeyzer-Ossaer bestaat uit zowat 120 tot 140 medewerkers, inclusief de administratieve en ondersteunende diensten en de chauffeurs die de bestellingen tot bij de klant leveren. Flexi-jobbers en jobstudenten helpen de productieschommelingen mee opvangen. “In de productiehal heeft elke specialisatie zijn eigen lokaal: er is een beenhouwerij waar geschoolde slagers aan de slag zijn, een gehaktzaal, een gaarlokaal, een bereidingslokaal waar gekookt wordt, een slicingzaal waar het vlees letterlijk in sneetjes gesneden wordt, een diepvriesafdeling, een etiketteerafdeling, een verpakkingsafdeling … Als ik even tijd over heb, spring ik bij op andere afdelingen. Er wordt hier stevig doorgewerkt maar de sfeer zit goed.”

Het management van Dekeyzer-Ossaer organiseert geregeld teamactiviteiten waarop medewerkers vrij kunnen inschrijven. “Die uitnodigingen worden verspreid via de computer en op de digitale beeldschermen wanneer we badgen. Het gaat bijvoorbeeld over minivoetbal, een fietstocht, bowling of een bioscoopbezoek. Om het nieuwe jaar goed in te zetten, verraste de directie ons met een frietmobiel. Het is hier goed. Had ik dat op voorhand geweten, ik was hier veel vroeger begonnen.”

Bel mij op!